137 bekwaam hoofdofficier van liet Engelsche leger (Chesney?) wordt aangeduid als de schrijver, en zijn opmerkingen verdienen aandacht, omdat hij, gelijk de Spectator en Daily News zeggen, »een onzer scherpzinnigste militaire beoordeelaars is." Volgens het oordeel des schrijvers is de hervorming van het Fransche leger met veel inspan ning, degelijk en zonder overhaasting ingevoerd. Frankrijk heeft op dit oogenblik een leger, dat oneindig beter geschikt is voor de landsverdediging dan dat, hetwelk in 1870 den roekeloozen aanval op Duitschland begon. Voor een aan val op Duitschland is het echter nog verreweg te zwak en er is niet het minste vooruitzicht, dat het daartoe binnen een bepaalden kring van jaren de kracht zal krijgen. Op het oogenblik zou Frankrijk, binnen drie weken, een leger van 990.000 man, met een reserve van 310.000 man in de wapenplaatsen, kunnen mobiel maken en samen trekken, zonder het «territoriale leger" en do eigenlijke reserve op te roepen. Van deze 1.300.000 man zouden 750.000 werkelijk gedisciplineerde troepen zijn; 300,000 man zouden zes maanden geoefend en 250,000 man slechts recruten wezen. Deze legers zouden bij tijds kunnen ge mobiliseerd worden en zeer wel in staat zijn om Frankrijk tegen een nieuwen inval van Duitsche legers te verdedigen ofschoon ze volkomen onvoldoende zouden zijn om een aanval op Duitschland te beproeven. Hoe onmogelijk dit zou zijn maakt de schrijver duidelijk aan ieder die ge zond verstand bezit, al ontbreekt hem ook alle militaire kennis. Dat Duitschland zijn leger sneller mobiel kan maken en naar de grenzen brengen, is zeker een reden van gewicht, doch het is de rij Duitsche vestingen tusschen Frankrijk en den Rijn, die eiken aanval van een leger, dat niet dubbel zoo sterk is als het Franscheeenvoudig onmogelijk maakt. Legers, minstens 400,000 man sterk, zouden onontbeerlijk zijn om deze vestingen te omsingelen

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Militair Tijdschrift | 1877 | | pagina 143