147 volking in grooten getale een schuilplaats ging zoeken aan boord van de in de rivier liggende schepen. Het gouvernement had evenwel niet stil gezeten. Reeds in de maand Mei had men de noodige maatregelen geno men om te Calcutta eene troepenmacht samen te trek ken, waarop men kon rekenen. Naar Madras, Birmah, Ceylon en Mauritius werden stoomschepen afgezonden om de aldaar gekantonneerde troepen af te halenterwijl gelukkigerwijze op hetzelfde tijdstip Lord Elgin te Sin gapore aankwam met de troepen, voor eene Fransch- Engelsche expeditie tegen China bestemd, welke hij onmiddellijk ter beschikking van de Indische regeering stelde. Het 90° en <8C Schotsche regiment van het koninklijke leger werden te Singapore ontscheept en naar Calcutta gedirigeerd, waar zij de schaal ten voordeele van het Europeesche gezag deden overslaan, terwijl men tevens in de gelegenheid werd gesteld, de Sepoys te ontwapenen. De gevraagde hulp uit Engeland deed zich zeer lang wachtenom verschillende redenen wilde men geen ge bruik maken van den korten weg door de landengte van Suezwaardoor men in de gelegenheid zou geweest zijn, de sterke garnizoenen van Corfu, Malta en Gibral tar in zeer korten tijd naar het oorlogsterrein te brengen. Do afgezonden troepen moesten dus de reis om de Kaap de Goede Hoop doen, waardoor zij eerst in December in Indië aankwamen om aan den winterveldtocht deel te nemen. Gelijk wij gezien hebben, waren bij het uit breken van den opstand te Meerut onmiddellijk stoom schepen uitgezonden om troepen van andere stations in de golf van Bengalen te halen; de eerste versterking, die daarmede aankwambestond uit eenige kompagniën van het 2° regiment Europeesche fuseliers van Madras, onder bevel van den kolonel J. Neileen flink officier, die onder

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Militair Tijdschrift | 1877 | | pagina 153