9 het ongunstigste geval, dat men een partikulier stoom schip voor sleeper had moeten bestemmen en daarvoor geen vaartuig van de gouvernementsmarine had kunnen krijgen, zou het transport onzer zieken van het oorlogstooneel goedkooper en minstens even goed als nu zijn bediend geworden. Ik wil hetgeen nog al duidelijk is niet zeggen even snel; maar ik geloof dat in dit geval snel heid bij dat vervoer geene hoofdvoorwaarde behoeft te zijn, doch wel dat de zieken, door het hospitaal te velde te verlaten, spoedig meer comfort, en eene ruime en koele ligging met eene goede verpleging in alle opzichten kunnen vinden. En aan deze voorwaarden kunnen de ziekentransportschepen voldoen; daaraan zou ook het stoom- fregat Zeeland hebben voldaan. Ilad men dit vaartuig voor het hieromschreven doel niet kunnen afstaan [doch ik geloof het tegendeel, indien men slechts het ijzer had willen smeden toen liet heet was]het gouvernement had naar andere oorlogsvaartuigen van ongeveer dezelfde groot te kunnen omzien, welke toen nog in Nederland waien, zoo als b. v. het stoomfregat Evertsenook eene beman ning van 500 koppen kunnende bergen, of anders de stoomvaartuigen Adolf Hertog van NassauAnna Pau- lowna en Admiraal van Wassenaer, dan wel andere sche pen van de Nederlandsche oorlogsmarine, welke geschik ter zijn of mochten worden bevonden tot transformatie in een ziekentransportschip. Hadden de hier genoemde oorlogschepen voor drie jaren geleden niet met stoom meer den kortsten weg naar Indië kunnen volgen, men had ze dan wellicht langs de oude route kunnen laten zeilen of door een stoomschip langs den nieuwen weg laten slepen. Was door do Indische regeering, bij do uitrusting der tweede Atjehsche expeditiede wensch te kennen gegeven om zulke ziekenstransportschepen te heb ben de minister van koloniën zou er dan ongetwijfeld

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Militair Tijdschrift | 1877 | | pagina 15