kamers, waar de moord heeft plaats gehad, zullen niet door de landgenooten der slachtoffers worden schoonge maakt. De generaal verlangt, dat elke droppel onschul dig vergoten bloed door de veroordeelden schoongemaakt of met de tong afgelekt zal worden, overeenkomstig hun kaste en het door hen genomen aandeel in den moord, en zulks kort voor de uitvoering van het vonnis. Bij ge volg zal ieder veroordeelde na de voorlezing van het von nis naar het huis van den moord geleid en gedwongen worden een gedeelte van den vloer schoon te maken. Men zal zorg dragen, deze taak zoo walgelijk en stuitend mo gelijk te maken ten opzichte van de godsdienstige ge voelens van den veroordeelde, en de provoost-geweldige zal zoo noodig den geesel niet ongebruikt laten. Na af loop van die taak wordt de veroordeelde gehangen aan de galg, die vóór het huis is opgericht." De kolonel Neil had het middel gevonden om den dood duizendmaal verschrikkelijker voor de inboorlingen te ma ken, door hun godsdienstige vooroordeelen aan te tasten. De onverzoenlijke veldheer voegt er in een particulieren brief het navolgende bij: „De eerstedie ter dood gebracht zou worden, was een Soebcidar der infanterie, een groote schoft van voorname kaste. Toen hem door een veger een bezem in de hand gegeven werd, weigerde hij eerst te vegen; maar de le deren zweep van den provoost-geweldiger daalde met zulk eene kracht op zijne schouders neder, dat hij als een bezetene begon te schreeuwen en onmiddellijk zijn taak begon te volvoeren. Vervolgens werd hij opgehangen en zijn lijk aan den weg begraven. Eenige dagen later kwa men andere veroordeelden aan de beurt, waarbij zich on der anderen een Mohammedaan bevond, die vóór den op stand in dienst bij een der hooge geregtshoven was geweest. Het was een groote ellendeling, een der hoofden van den 11

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Militair Tijdschrift | 1877 | | pagina 167