168 organisme tot zijne hoogste krachtsinpanning op. Daar het jaargetijde was aangebroken, waarin de lage water stand den Ganges gedeeltelijk onbevaarbaar maakt, orga niseerde men een dienst van met ossen bespannen wagens, welke bij verschillende étappen op den grooten weg gesta tioneerd waren, en dienen moesten tot het vervoer van soldaten. Gedurende het warmste gedeelte van den dag hielden die karavanen van wagens bij het een of ander station stilom de troepen de gelegenheid te geven zich te voeden en te ververschen. Deze dienst was zoo goed geregeld, dat men dagelijks van Ranigunge, het eindstation van den spoorweg, 200 man afzond, die binnen 14 dagen van Calcutta te Allahabad aankwamen, zonder de minste vermoeienis en zonder gebrek te hebben geleden. Het is wellicht hier de plaats, om met onpartijdigheid de gedragslijn en de staatkunde van den Gouverneur-ge neraal van Engelsch-Indië, Lord Canning, na te gaan. Door de militaire bevelhebbers omtrent de gehechtheid van de Sepoys, zij het ook ter goeder trouw, misleid, verzuimde hij, bij het uitbreken van den opstand die krach tige maatregelen te nemen, welke dezen vertraagd, zoo niet in de kiem gesmoord zouden hebben. Hij beging een nog grootere fout door zijn zegel te hechten aan besluiten, die de goede trouw der Europeesche bevolking in twijfel trok ken, en waardoor hij als het ware den opstand aanmoedigde, daar hij het zaad van twist en tweedracht onder de Euro peesche bewoners strooide. Indien men in een openbaar stuk een beroep had gedaan op de loyaliteit van de pers, dan zou deze evenzeer het Gouvernement gesteund hebbeu als zij Lord Auckland tijdens den ramp te Kaboel haar medewerking verleende. Overigens was het genoegzaam gebleken dat, waar het bestuur ook een beroep deed op de Europeanen, deze zich steeds moedige en krachtige

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Militair Tijdschrift | 1877 | | pagina 174