176 bergen vervangen. Terwijl op den rechteroever de eerste torens der moskeëen verschijnen, verscholen tusschen hoo rnen of verrijzende op de kruin der heuvelen, biedt de linkeroever, die bijna tot het waterpeil daalt, bijna overal het schouwspel van een laag, arm, vrij dor land aan, waarvan eenige ellendige en dun gezaaide Wallachische dorpen ternauwernood de eentonigheid breken. Het is niet uoodig een zeer bekwaam krijgskundige te zijn om te begrijpen, dat tegen een aanval van den linkeroever al het voordeel aan de zijde van den verdediger is. De rivier, reeds meer dan een kilometer breed, stroomt, diep en modderachtig (ik vraag er vergiffenis voor aan den blauwen Donauder dichters), langs den voet der hooge rotsen, die ten noorden het Bulgaarsche tafelland insluiten, en die zij eerbiedigt door ze met majestueuze kronkelingen om te gaan: de andere oever daarentegen, telkens als zij geen moeras is, weerloos overgeleverd aan de ondernemingen van den stroom, druk bezocht door pe likanen en bedekt met riet, eindigt in een aarden wal, die de sporen draagt van aanhoudende uitschuring. Voegen wij er bij, dat er van af Buda-Pesth, dus over een afstand van meer dan driehonderd uren, geen enkele brug over den Donau bestaat. Wat de natuur reeds gedaan heeft tot bescherming van den Turkschen oever, heeft de hand van den mensch aan gevuld door langs de rivier vestingen op te richten, die sinds een eeuw een belangrijke rol gespeeld hebben en vermoedelijk in den tegènwoördigen veldtocht nog een be langrijke rol zullen spelen. Men moet zeggen, dat de Turksche achteloosheid of, zoo men liever wil, het Muzulmansche fatalisme, verschei- Dif opstel werd geschreven in April en Mei 1877

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Militair Tijdschrift | 1877 | | pagina 182