184
oever onmetelijke moerassen. Rassowa is gelegen op de
plekwaar de Donau eensklaps zicli noordwaarts keert
om in die richting voort te stroomen tot Gal at zeenige
uren verder ligt Tsjernawoda, van waar vroeger de ver
schansing van Trajanus uitgingen van waar nu de
spoorbaan naar Koestendjé (aan de Zwarte Zee) loopt.
Yan af Rassowa verbreedt zich de Donau, zijn armen
vermenigvuldigen zich en de overtocht wordt bijna on-
mooglijk, behalve op twee punten, waar de oevers tot
elkander naderen: te Goera-Jalomitza, tegenover Hirsowa,
en te Braïla. Hirsowa is een oude vierhoekige sterk
te met slechte, geheel vervallen omwalling, tegenwoordig
bijna geheel verlaten door zijn bevolking en door zijn
toestand onbekwaam tot een ernstig verzet.
Beneden deze plaats splitst zich de Donau in verschei
dene kanalen, die elkander te Braïla weder ontmoeten.
In dit beneden-gedeelte van den Donau zijn de moog-
lijke overgangspunten zeldzaam. Yan af Galatz, waar
in 1854 de overtocht plaats had, is de linkeroever laag
en moerassig; alleen in den zomer bieden deze poelen,
met groot riet bedekt, een genoegzaam vasten bodem
aan om karren te dragen. De rechteroever is eveneens,
bijna over zijn geheele uitgestrektheid, omzoomd met moe
rassen. Bij de stad lsaktsja evenwel loopen de heuvels
van het noorden der Dobroetsja met een flauwe glooi
ing naar den Donau af, en op deze plaats zijn dan
ook de Russen in 1828 den stroom overgestoken. Een
weinig boven het punt, waar de twee rivierarmen de
St. George en de Soelina van elkander scheidente
Toeltsjais ook een positieeven gunstig voor een over
tocht.
Ondanks het gewicht harer ligging is ook deze sterkte
verwaarloosd gewordenen is zij tegenwoordig slechts een
onbeduidende bouwval. Het schijnt, dat de Turksche