187
Keeren wij naar Europa terug, waar, volgens alle waar
schijnlijkheid, oorlogsfeiten van het hoogste gewicht wor
den voorbereid.
Het uitgestrekte grondgebied, waarvan wij de grenzen
hebben aangewezen, heeft, uit een militair oogpunt, als
voornaamsten karaktertrekin zijn geheele lengte en lood
recht op de operatielijnen gesneden te worden door een
breede, snelstroomende en diepe rivier, waarvan de rech
teroever verdedigd wordt door een schakel vestingen, en
die het in twee ongelijke deelen splitst.
De eene dezer landstreken, ten noorden van den Donau
gelegen, is Roemanië, een staat, in naam vassal van Tur
kije, maar die, vooral in de tegenwoordige omstandig
heden, beschouwd kan worden als zijn werkelijken leen
heer te St. Petersburg hebbende. Zijn onzijdigheid moge
al of niet door verdragen gewaarborgd zijn, zij bestaat
slechts op het papier.
De Russen zjjn er te huis en beschikken over de ste
den, de wegen en de spoorbanen als over hun persoonlij
ken eigendom. Wat de Turken betreft, zoo zij er in
komen, zal het slechts zijn als vijanden.
Wat Roemanië kenmerkt uit een militair oogpunt, is het
groot getal rivieren en stroomen, die het van het noorden
tot het zuiden doorsnijden; verscheidene dezer wateren
zijn van gewicht; zij loopen door een vlakte, die overal
diepe ravijnen heeft, en vormen alzoo een reeks natuur
lijke slagboomen, die, zoo men ze verdedigen wildeden
marsch van een uit het Oosten komenden veroveraar zeer
zouden kunnen belemmeren. Maar het is bijna zeker,
dat zij niet verdedigd zullen worden. Onder deze rivieren,
die van de bergen in Bukowina en Transylvanië afvloeien,
is de beroemdste de Pruth, die, na over een vijftigtal
uren gaans de grens van Bessarabië te hebben uitgemaakt,
er zich van verwijdert, in het binnenland van Moldavië