190 In elk geval is het Roemaansche net ontoereikende voor een snelle aanvallende handeling eener armee van 150 tot 200,000 manen ten hoogste zal het genoegzaam zijn voor haar proviandeering. Men moet dus op de ge wone wegen rekenen om den aanrander van den Pruth naar den Donau te brengenen de overtocht van de laatste rivier schijnt dus nog niet op handen. De rechteroever van den Donau, merkbaar hooger dan de linker, wordt gevormd door de lagen van het Bul- gaarsche tafelland, dat, als met trappen stijgende, tot de ribben of contreforten van den Balkan opklimt. Over de geheele lengte van de rivier vormt een hooge rots, hier en daar doorsneden van nauwe dalen, waarin zich bergstroomen storten, den noordelijken zoom van een uitge breid plateau, dat tamelijk geaccidenteerd en van tal van waterstroom en doorploegd isdie aan den Donau schatting betalen. De wegen zijn er even zeldzaam en niet min der slecht onderhouden dan in de Wallachische vlakte. Maar een breede en in betrekkelijk goeden staat verkee- rende straatweg verbindt langs de rivier, als een schakel, de vestingen en handels-entrepots, die bij Widdin beginnen om bij Toeltsja te eindigen, in den Donau-delta. Deze weg, van zeer groot gewicht voor de verdediging, zal de Turken in staat stellen, de rivierlinie gemakkelijk te observeeren en zich met kans van goeden uitslag te ver zetten tegen elke poging, die beproefd zou kunnen wor den om den overtocht te forceeren. Achter deze eerste linie liggen tal van dorpen en eenige steden op de hellingen van het tafelland, op een afstand van de rivier, afwisselende 50 en 75 kilometers. Het zijn (van het westen naar het oosten gaande)Belgradsjik, DrinowatzBerkowatzWratza, Lowatz, Tirnowa, Rasgrad, Bazardsjyk, en, op grooteren afstand, in het zuidwesten Sofia, in het zuidoosten Sjoemla en Varna.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Militair Tijdschrift | 1877 | | pagina 196