191 De stad Varna of Warna, aan de iandzijde verde digd door een gebastioneerde omwallingheeft het nadeel gelegen te zijn in een dal, tusschen twee bergketenen, die het op goeden kanonschotsafstand beheerschen. Ver moedelijk zijn deze hoogtenzoo gevaarlijk voor de vei ligheid van de vesting, in staat van tegenweer gesteld, want wij weten, dat de Turken in den laatsten tijd veel grond verplaatst hebben. Het bezit van Varna is inderdaad noodig voor de verdediging, want het is de eenige Europeesch-Turksche haven die dezen naam verdient, aan de Zwarte Zee, en tevens de kop van den spoorweg uit Eoestsjoek, waar langs noodwendig het grootste deel van de troepen en van de krijgsbehoeften moet gaan. Wij meenen dan ook te weten, dat niets verzuimd is geworden om de verde diging van dit bijzonder gewichtige punt te verzekeren. Sjoemla, dat den voornaamsten overgang van den Bal kan dekt en van waar drie andere wegen als stralen uitgaan naar Varna, Silistria en Eoestsjoek, is een stad van 40,000 zielen, die altijd voor een zeer sterke stad heeft doorgegaan. Niet, dat zijn versterkingen zeer in drukwekkend zijn; deze bestaan uit een hoefijzervor mige vesting, die omringd wordt door een uitgestrekt verschanst kamp. Maar zijn stelling maakt het geducht. Aan den voet van het 100 tot 130 meters hooge plateauwaarop de stad verrijst, vormen nauwe passen, gescheiden door ruggen, die elkander beheerschen, een reeks van natuurlijke verdedigingswerken, die een in den krijg gehard leger lang kan beschermen tegen een veel talrijker vijand. De Turkentrotsch op de bele geringen, die hun vesting heeft doorstaan, hebben haar dan ook den dreigenden en in zeker opzicht verdienden naam gegeven van graf der ongeloovigen Een nauwkeurig waarnemer en bevoegd rechter, Von

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Militair Tijdschrift | 1877 | | pagina 197