13 Atjeh en de onmogelijkheid om aanstonds een opzettelijk tot ziekenvervoer ingericht schip te bekomen, werd be sloten de Salak voor 's hands niet te vervangen. Met de Ned. Indische stoomvaartmaatschappij werd intusschen overeengekomendat één stoomschiphetwelk voor hare rekening in Europa werd gebouwd, naar de aanwijzingen van het legerbestuur opzettelijk tot ziekenschip zou worden ingericht, om zoodra mogelijk ter vervanging van de Sin- doro te dienen. Sinds het vergaan van de Salakheeft de Sindoro geregeld ruim 550 zware zieken, iii de twee maanden en gedurende 5 reizen, naar Padang overgevoerd, terwijl de minder ernstige zieken met de pakketbooten van Atjeh werden geëvacueerd. Maandelijks bracht eene der mailbooten uit Batavia een officier van gezondheid naar Atjeh, om de zware zieken onder de koelies en divangarbeiders af te halen en weder met de mailboot terug te brengen. Toen de Graaf van Bglandt als transportschip werd in dienst gesteld tegen 1000 huur per dag, enz., zag men voor het ziekenvervoer de noodzakelijkheid niet in, daar voor een tweede transportschip te nemen, en de Sindoro zou worden afgedankt. Eigenlijk was het weer die ver foeilijke kwestie van guldens en centenwelke alles be- heerschte. Toen nu de direktie der Ned. Indische stoom vaartmaatschappij zoo welwillend was, op laatstgenoemd vaartuig 200 huur per dag te laten vallendankte men aan het initiatief der Indische regeeringdat nevens de Graaf van Bglandtde Sindoro als tweede ziekentrans portschip, voor 800 daags en met eene ruimte voor 130 zieken, in dienst werd gehouden. De bepalingen van het kontrakt tusschen de direktie der Ned. Indische stoomvaartmaatschappij en het gouvernement tot in huur vau de Graaf van Bglandt zijn mij niet bekend. Maar zelfs bij de onmogelijkheid om dat kontrakt binnen

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Militair Tijdschrift | 1877 | | pagina 19