14 kort te verbreken en op goedkooper wijze over te gaan tot het indienststellen van permanente (gouvernement-) ziekentransportschepen, geloof ik, dat de regeering, in afwachting van eene, mogelijke, toepassing van het hier boven aangegeven denkbeeld, nog meer verbetering moet brengen in de regeling van het thans bestaande ziekenver- voer overzee. Hieraan bestaat behoeftewant wat gebeurt ei: De zware zieken worden alleen per ziekentransportschip van Atjeh vervoerd, terwijl de lichtere zieken en de lijders, die aan zich zeiven kunnen worden overgelaten, met de gewone van Atjeh varende mailbooten getransporteerd worden. De stoomschepen, welke Pinang, Singapore, Rioüw en Muntok o. m. aandoen, zijn soms vol met allerlei passa giers. Gemiddeld kunnen er met elke mailboot niet meer dan ongeveer 50 zieken in liet ruim worden ge borgen, en de overige lijders moeten dan voor het gros natuurlijk boven op het dek blijven. Yroeger werden geene zieke koelies en dwangarbeiders per ziekentransportschip overgevoerd; toen de Sindoro alleen als zoodanig bestond, bleef dit vaartuig slechts voor militairen gereserveerd en de pariah's der Indische maatschappij werden met de gewone mailbooten naar de hospitalen te Padang of te Batavia, in enkele gevallen ook wel naar Samarang en Soerabaia, getransporteerd. Sedert is hierin eenige ver betering gekomen en zullen voortaan, per Sindoro alleen, ook zieke koelies en dwangarbeiders maar natuurlijk alleen de zeer zware overgevoerd geworden. Doch dit blijft onvoldoende, even als de geheele regeling van het ziekentransport zelve. De wekelijksche maildienst van Batavia op Atjeh, vice versa, geschiedt beurtelings langs Sumatra s-A\ estkust en door de straat van Malaka. De laatste dienst eene veertiendaagsche dus moet tevens aansluiten bij die van de Engelsche mail van Europa, via Singapore, naar China, zoodat dan de met zieken van

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Militair Tijdschrift | 1877 | | pagina 20