212 kassar gezonden detachement kavallerie, sterk 28 paarden, aantrof. De helft van het marine-detachement toog nu met den gouverneur, door de kavallerie geëscorteerd, op dienzelfdén dag naar Labakang. In de nabijheid der plaats gekomen, ontspon zich een gevecht met de opstandelingen, waarop men zoo 't scheen niet gerekend had en waar bij het marine-detachement zijn plicht goed vervulde, doch voor den meer en meer opdringenden vijand den terug tocht naar Pangkadjene moest aannemen en vervolgens evenals het detachement kavallerie onverrichterzake naar Makassar terugkeerde. De expeditie tegen Karaeng Bonto-Bonto nam hiermede feitelijk een aanvang. Den 23™ Juli was reeds eene expeditionaire kolonne, onder de bevelen van den majoor der infanterie H. L. Yeenhuijzen, te Pangkadjene aanwezig, en was daar ook eene landings divisie der marine onder den luitenant ter zee der le klasse Yan Goons gedebarkeerd. Den volgenden dag rukte eene uit de troepen van land- en zeemacht bestaande ko lonne tegen Labakang op, doch toen er geen tegenstand werd ondervonden, vermeende de gouverneur van Celebes dat het verzet had opgehouden en de troepenmacht den 25™ Juli weder naar Makassar kou terugkeeren, IJdele verwachting. Pangkadjene werd weder door de opstan delingen verontrust en den 4cn Augustus moest op nieuw eene troepenmacht uit Makassar derwaarts worden gezon den. De kolonne, welke op 5en Augustus te Pangkadjene onder de bevelen van den majoor Yeenhuijzen vereenigd was, bestond uit 170 man der landmacht en eene marine-landingsdivisie, sterk 9 officieren en 94 mariniers en matrozen. De gouverneur van Celebes bevond zich wederom bij de kolonne. Toen nu de troepen op den 5™ Augustus den weg naar Toerakapaija insloegen, bleef Pangkadjene bezet door een marine-detachement van 1 officier en 75 man. Bij de marcheerende kolonne, die

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Militair Tijdschrift | 1877 | | pagina 218