ste gedeelte der expeditionaire macht den 25™ Juni naar
Sapoeroek oprukte. Den 28 Juni begaf zich de kolonne
van Sapoeroek naar Tanda-Benoewa. Yoor dat men deze
deze plaats bereikte, ontstond er een scherp gevecht met
den vijand, die op de vlucht werd gedreven. De tocht
naar Tanda-Benoewa werd evenwel niet doorgezet, doch
de kolonne keerde naar Sapoeroek terug. De gedebar-
keerde uiarine-landingsdivisie had het kampement dei-
troepen bij Soengal bezet, werwaarts zich nu ook de
opereerende kolonne den 29™ Juni begaf. Die terugtocht
naar Soengal is merkwaardig geworden door de vijande
lijke overvalling. De kleine kolonne kwam alle bezwaren
moedig te boven. Te Laomargo kwam een detachement
van 20 marinesoldaten volgens afspraak haar tegemoet,
en na een uiterst moeilijken tocht was zij den 30™ Juni
in het kampement bij Soengal terug. De plaats der over
valling wordt Soengei Behilan genoemd. Bij Soengal
moest nu eene versterking voor onze troepenmacht worden
gebouwd, daar de vijand van plan was, die plaats aan te
vallen. De verwikkelingen namen in omvang toe en de
expeditie-kommandant achtte zich verplicht, eene verster
king van een half bataillon infanterie (3 kompagniën) van
Java aan te vragen. Het oorlogstoomschip Marnix, dat
zich ter reede van Riouw bevond, werd onmiddellijk naar
Deli gezonden en liet den 9™ Juli eene landingsdivisie van
70 man debarkeeren, welke in afwachting van de ge
vraagde versterking eene welkome hulp was. Den 10™
Juli kwam de luitenant-kolonel Yon Hombracht met 3
kompagniën infanterie en 40 man artillerie ter reede
van Deli aan. Zoo eindigde de eerste periode der Deli-
sclie expeditie.
Na eene kompagnie te Laboean Deli in bezetting te
hebben achtergelaten, marcheerde de nieuw benoemde
expeditie-kommandant ?uet de rest der van Java gekomen