16 een weelde-artikel, maar in het belang van eene groote noodzakelijkheid te breken mot een tot dusver gehul digd ziekenvervoer, waarbij met miskenning van de hu manitaire beginselen dezer eeuw, alleen uit zuinigheids overwegingen, onze van het oorlogstooneel in Groot-Atjeh geëvacueerde zieken soms op de mailbooten als colli s vrachtgoederen naast elkander worden gelegd. Men streve er dus naar, om alle onze van het terrein des oorlogs geëvacueerde zieken, zoo veel mogelijk, per ziekentrans portschip naar de verschillende hospitalen over te voeren. Ter bereiking van dit doel opeue de minister van kolo niën onderhandelingen met zijn ambtgenoot van marine om, zoo dit kan, een der hierbovengenoemde oorlogschepen of een der andere vaartuigen van de vloot, ten behoeve van de transportdienst in den Indischen Archipel af te staan. Is dit niet mogelijk, dan behoort de regeering in Indië op eene andere wijze te voorzien in de behoefte aan een beter vervoer van al onze zieke militairen en van het terrein des oorlogs geëvacueerde personen. Dit zou zoo danig moeten plaats hebben, dat voortaan worden geëva cueerd 1°. met de mailbooten alleen die zieken, welke, niette min onder het toezicht van een geneeesheer, zich zeiven kunnen redden; 2°. met de beide bestaande ziekentransportschepen alle andere zieken onder de militairenen 3°. met een ander iu dienst te stellen transportvaartuig, dat 100 personen kan bergen, alle andere zieken ou der geëvacueerde koelies en dwangarbeiders. Het is, geloof ik, reeds voldoende geweest, dat die lcoelies en dwangarbeiders in Atjeh, uit gebrek aan hulp van een voldoend aantal officieren van gezondheid, eene ontoereikende geneeskundige verpleging hebben onder vonden. Om hierin afdoende te voorzien, was de tegen-

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Militair Tijdschrift | 1877 | | pagina 22