235 velen van den luitenant-kolonel Tuninglatei' van den kapitein Korndörffcr. Tot 25 April 1S75 hadden er op Atjeh's grondgebied geene belangrijke operation plaats. Op den 11en14™, 17™, en 20™ Maart te voren weren telkens, onder de bevelen van den kapitein Korndörffer, detacnementen mariniers uitgerukt om liet bouwen van ecne benting in Lemboeq K. O. te beschermen. Bij de operatiën tegen Lohong op 25 April maakten twee kompag- niën mariniers, aangevoerd door den kapitein Korndörffer, eene afzonderlijke kolonne uit, welke onder de bevelen werd gesteld van den luitenant-kolonel Yau Deutekom. Zij moesten bij den kampong Lamara-Oleiloe positie hemen om de operatiën zoodoende te vergemakkelijken. Bij die gelegenheid vond de aanvoerder aanleiding, het gedrag- der mariniers te prijzen en van de kortelings uit Europa aan gekomen jonge mariniers te getuigen, dat zij hunne vuur proef goed hadden doorstaan. Op den 2™ Mei maakten twee kompagniën mariniers, bij de operatie tegen kam pong Gitjiel, ter sterkte van 7 officieren en 126 man schappen, een gedeelte uit van een kolonne, welke ou der de bevelen werd gesteld van den luitenant-kolonel der infanterie De Coenens, en in vérband met eene andere kolonne onder den majoor Romswinc-kel moest ageeren. Bjj die gelegenheid kommandeerde de verdienstelijke ka pitein der mariniers Korndörffer met veel beleid de ti railleurlinie; doch veel van het vijandelijk vuur hadden de mariniers in hunne stelling bij de Koerong Baroe even wel niet te lijden. Ook de luitenants Clifford Koek van Breugcl en Cadet van de mariniers deden zich toen van eene gunstige zijde kennen. Gitjiel werd evenwel verlaten bevonden. Tot December 1875 hadden vervolgens goene operatiën in Atjeh plaats. Toen de genera al-majoor Pel op den 26™ December 1875 zijne offensieve bewegingen hervatte,

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Militair Tijdschrift | 1877 | | pagina 241