238 hoe meer door vijanden omringd, zoodat de positie van den luitenant-kolonel Engel daardoor wel eenigszins hache lijk was. Daar deze hoofdofficier in last hadslechts eene verkenning te doen, kreeg hij van den generaal Pel bevel, het gevecht af te breken, rechtsomkeert te maken en naar Pekan-Badak terug te keeren. ST.og dicht bij het bivak werden de retireerende troepen door den vijand zóó verontrust, dat een detachement mariniers tot den aanval moest overgaan, om hem te verdrijven. Ka eenigen tijd in het bivak te Pekan-Badak rust te hebben genoten, moest de zich aldaar bevindende kompagnie mariniers deel nemen aan den tocht tegen de IV moekim's, die op don 15cn Januari een aanvang nam en waarvoor o. m. eenein- fanteriemacht van 7 kompagniën bestemd werd. De kolonnekommandant was de luitenant-kolonel der infante rie H. F. Meijer, chef van den staf der troepenmacht in Atjeh. Van Pekan-Badak uit marcheerende, bereikte de kolonne tegen den avond de vlakte van Blangkala. Den 17™ Januari werd de marsch vervolgd door de kloof van Blangkala en daalde de kolonne naar de vlakte der IV moekim's af. Steeds zegevierende en behalve bij een kort gevecht in de kloof van Blangkala weinig tegen stand ondervindende, rukte de geheele kolonne met den generaal Pel in den namiddag van den 18™ Januari naar Pekan Koerong Raba, dat zonder tegenstand in den avond werd bezet en alwaar het bivak werd opgeslagen. De troepen bleven in dit bivak tot 23 Januari. Den daar- opvolgenden dag werd de terugmarsoh door de kolonne over Boekit Seboeng naar Pekan-Badak aangenomen, al waar zij den 25™ aankwam en de troepen onder de bevelen van den luitenant-kolonel Engel werden gesteld. Geduren de dezen tocht waren de mariniers vaak als dekking van de artillerie gebezigd geworden. Van hen werd dan ook gezegd, dat ze, bij den marsch over het gebergte, met

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Militair Tijdschrift | 1877 | | pagina 244