241 eene marine-landingsdiviëie gedurende dezen oorlog gele genheid, met den vijand in aanraking te komen. Zoo liad het landschap Edi gedurende eenigen tijd eene marine bezetting in 1873; zoo was ook de marine aanwezig bij de verovering van Simpang Oelim in 1876, en werd in 1877 het nog steeds weêrspannige Merbouw, benevens het trouwelooze Analaboe door haar getuchtigd. Aan de expeditie naar Wahaaij op Ceram in 1875 nam geene ma rine-landingsdivisie deel, en de zoogenaamde expeditie naar Boewool in het noorden van Celebes, gedurende hetzelfde jaar ondernomen, was eigenlijk niet veel meer dan eene demonstratie. AANTEEKENINGEK Debatten in de Ticeede Kamer over de Mariniers. Zie Bijblad 1871/1872. De heer Fransen van de Putte. Mijnheer de Voorzitter, ik wenschte op eene oude zaak terug' te komen, en wel op hetgeen men wel eens genoemd heeft de nieuwe bestemming van de mariniers. Naarmate toch het stelsel van den minister Brocxuitvoering erlangt, en wij afscheid nemen van die groote schepenwaarop de mariniers bij detachementen van eenig belang geplaatst konden worden, zien wij de mariniers terugkomen van hunne vroe gere bestemming. Men ziet zelfs uit liet rapportdat de minister ons heeft overgelegd, dat er, niettegenstaande het incompleet dat er bij het corps mariniers bestaat, 250 mili ciens en 300 mariniers overgebleven zijn; terwijl ook nog in hetzelfde verslag er op gewezen wordt, dat onder anderen de Admiraal van Wassenaer, waarop dergelijk detachement aan boord is, nog in dienst is."' 16

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Militair Tijdschrift | 1877 | | pagina 247