243 „De geachte spreker heeft te recht gezegd, dat het hier eene oude zaak gohl; zij is voor een paar jaren geleden, bij de behandeling van dit hoofdstuk, uitvoerig gedebatteerd. Sedert is mij niet gebleken, dat de Kamer wenscht het corps mariniers de bestemming te doen verkrijgen, om ook als koloniale troepen te dienen." „De geachte afgevaardigde heeft gezegd, dat de mariniers in Suriname uitmuntend hebben voldaan. Ik wil het zeer gaarne gelooven, mijnheer de Voorzitter; maar ze zijn be dorven teruggekomen." „De geachte afgevaardigde zegt, dat er, niettegenstaande het incompleet, nog 300 mariniers over waren; maar het materieel is ook niet compleet. Noch de stoomkanonneer- booten, noch de monitors, waren voltallig. Van het houten materieel was slechts één fregat in dienst." „Dat het dus niet noodig- zou zijn, over meer mariniers te kunnen beschikken dan tijdens de mobilisatie beschikbaar waren, moet ik don geachten afgevaardigde tegenspreken." „Hij zegt: „Gewone infanterie is niet te bezigen, om naar de West te zenden." Volkomen juist, wanneer het mi liciens zijn; maar ik zou niet weten waarom, bij voorbeeld, eene kompagnie vrijwillig in dienst getreden grenadiers niet naar Suriname zou kunnen gezonden worden, evenals dit tijdens eene der Balische expeditiën gebeurd is naar de Oost- Indiën." „Ik zie niet in, dat er juist alleen mariniers naar de ko loniën zouden moeten gaan." „Wanneer men het corps mariniers wil doen zijn wat het wezen moet, namelijk een corps zeesoldaten, half matroos en half soldaat, dan moet men in acht blijven nemen wat tot dusver zooveel mogelijk werd gedaan, dat de helft aanboord en de wederhelft aan wal dient." „Ik zal de amendementen, waarvan de geachte afgevaar digde gesproken heeft, afwachten; maar, overtuigd dat het verblijf van de mariniers in onze West-Indische koloniën hoogst nadeelig op het gehalte van dit overigens uitmuntend korps

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Militair Tijdschrift | 1877 | | pagina 249