244
zou werkenraoet ik mij tegen het geopperde denkbeeld
blijven verklaren."
„Daarenboven; de geachte spreker zegt: „de gewone in
fanterie kan er niet heen gaan." Ik heb reeds gezegd te
gelooven, dat alle vrijwilligers er even goed heen kunnen
worden gezonden als de vrijwillige mariniers; maar toch zou
het, bij mij de vraag zijn, of die bestemming geoorloofd ware.
De mariniers zijn niet in dienst getreden met het denkbeeld om
als koloniale troepen te worden gebruikt. Zij zouden dan
zeker liever te Harderwijk, bij de kolonialen zeiven dienst
hebben genomenwaar in den regel hooger handgeld gegeven
wordt. De mariniers hebben zich allen geëngageerd om te
dienen in onze marinehavens, te Rotterdam, en aan boord
van onze schepenen nu zouden zijgehoorzaam aan de
discipline,- wel naar de koloniën gaan, maar ik geloof niet,
dat het uit een zedelijk oogpunt rechtvaardig gehandeld zou
wezen, om hen op die wijze van hunne bestemming af te
trekken."
De heer Fransen van de Putte.
„Mijnheer de Presidentde minister beroept zich op het
houten materieel."
„Is dat een antwoord op hetgeen ik in het midden bracht
„Ik zeide: in het stelsel van den minister, die gcene groote
houten schepen meer doet aanbouwenzullen in het vervolg
niet meer zulke groote detachement mariniers geëmbarkeerd
worden als vroeger."
„Of er nu, hier of daar, nog een fregat ligt, dat als het
noodig was, in dienst zou worden gesteld, dat maakt nog
niet, dat houten materieel zou behooren tot de maritieme
krachtdie deze minister zich voor de toekomst heeft voor
gesteld."
„Hij kan zich dus, dunkt mij, niet op dat houten mate
rieel beroepen."
„De minister vraagt: waarom de vrijwilligers bij het leger
niet naar de West zouden worden gezonden. De reden ligt
voor de hand, mijnheer de voorzitter: omdat zij geen apart
korps kunnen uitmaken, en vermengd zijn met de miliciens.