246
hem teil aanzien van de torpedo's en de versperringen wordt
gevolgd, verzendt deze zaak van de marine naar de landmacht.
Toen wij straks van de torpedo's sprakenheette dit de taak
van do landmacht; en thans wil de minister de vrijwilligers
van het leger naar West-Indië doen gaan. Maar de eerste
voorwaarde om de vrijwilligers te zenden, is, dat er vrij
willigers zijn; en hun getal is, bij het leger, zoo lilliputtiaansch
gering, dat men nauwelijks gelegenheid heeft er de kaders
uit samen te stellen."
„Eindelijk en dit is nu een nieuw ontdekt argument
is er een zedelijkheidsbezwaarhot zou niet eerlijk zijn, de
mariniers naar de West te zenden. Ik zal over dat punt
thans niet met den minister twistenmaar mij dunktwij
kunnen aan dat bezwaar gemakkelijk te gemoet komen, dooi
de engagementen eenvoudig in dien geest te wijzigen, dat
de mariniers zich verbindenom als het noodig wordt geacht,
ook tijdelijk dienst te doen in West-Indië. Ik veroorloof mij
dit laatste denkbeeld in de aandacht van den minister aan
te bevelen."
De heer Brocxminister van marine.
„Niettegenstaande de redevoeringen der beide sprekers, moet
ik vasthouden aan het denkbeeld: dat, wil men het corps
mariniers niet bederven of demoraliseeren en het zoo uitmuntend
laten blijven als het iswil men zorgen, dat de onvoltalligheid
niet nog grooter wordemen het wel hot allerminste moet
zenden naar onze West-Indische koloniën. In de overtuiging,
dat dit corps, in tijd van oorlog, hier uitstekende diensten
kan bewijzen, mag ik aan den aandrang der geachte spre
kers niet toegeven."
„De geachte spreker uit Leeuwarden zegt, dat het een
nieuw argument is, dat ik mij zedelijk niet bevoegd acht, de
mariniers naar de koloniën te zenden. In de vorige debatten
over deze zaak zal de geachte spreker kunnen zien, dat ik
toen reeds dit argument heb aangevoerden ik meen er zelfs
bijgevoegd te hebben, dat enkele mariniers, die voor Suriname
bestemd waren, zich daartegen hebben verzet. Nu spreekt
het van zelf, dat bij volgende engagementen de bestemming