267
Nog eens het verdedigingsvermogen van den Donau. -
Aan de hand van Engelsche en Oostenrijksche krijgskun
digen heeft het Indisch Militair Tijdschrift gewezen op de
verdedigende kracht van den Donau in een oorlog van Tur
kije togen Rusland. Het is leerrijk, ook eens een tegenover
gestelde meening te hooren. Een Fransch militair schrij
ver laat zich aldus daarover uit (27 Juni jl.):
„Een stroom is nooit een onoverkoomlijke hinderpaal
voor een aanvallend leger geweest. Dit is een sinds lang
bewezen waarheid. Hooit heeft de Rijn de Fransche le
gers belet in Duitschland door te dringen. Evenmin heeft
ooit de Donau de Russen belet Turkije binnen te rukken
en altijd, zoowel nu ais in 1828, zijn zij hem overgetrok
ken op het uur, dat zij bepaald, en op de plek, waar
zij gewild hebben.
Hoe inderdaad er aan te denken een i'ivier te verde
digen, zij moge zoo breed en zoo diep zijn als men goed
vindt, maar welker loop niet minder dan zeshonderd mij
len lang is?
De Turken hebben te allen tijde deze dwaling begaan
en niets, noch de ervaring, noch de wijste raadgevingen,
heeft op dit punt hun gevoelen kunnen wijzigen. Deze
dwaling heeft hen altijd en noodwendig er toe geleid hun
ne strijdkrachten te versnipperen, ze te splitsen in be
zettingen, bestemd om te bezwijken, in plaats van ze
samen te trekken tot verscheidene legerkorpsen, bestemd
om te manoeuvreeren, om den aanvaller te verslaan vóór
zijn samentrekking, en ten laatste hem terug te werpen
in den stroom, dien hij overgetrokken is. Het verdient
vooral in het oog te worden gehouden, da.t zoo een rivier
nooit een veroverend leger heeft tegen gehouden, zij daar
entegen een onoverkoomlijke hinderpaal wordt voor een
geslagen leger, dat in vollen aftocht is.
Dezen misslag hebben de Turken in alle tijden begaan.