281 nen, naar men zegt, er zeer verbaasd over te staan. Ondeugende lieden beweren, dat de Turken zich niet ver genoegd hebben met den vijand op hun grondgebied te laten komen, maar dat zij hem zelfs gelokt hebben door de bezwaren van den rivierovergang op te ruimen. Maar dit is aan gegronden twijfel onderhevig. Niettemin staat het vast, dat de Russen, die bijna niets dan rozen langs den rivieroever gezien hebben, de dorens beginnen te voelen, naarmate zij vooruit gaan, en zij gaan niet hard vooruit. De Turksche strategie is niet geleerd in den zin, dien wij aan het woord geleerd geven; zij heeft zich niet ge vormd in de Fransche of Duitsche school; zij teekent geen plannen, die zeer fraai zijn op het papier; zjj doet niets aan becijferingen, noch aan gemeene meetkunst, noch aan driehoeksmeting; zjj meet de afstanden niet en telt even min de minuten, maar zij laat zich bezielen door de om standigheden en vooral door de eischen van het oogenblik. Zoolang de nood niet daar is, laat zij aan het toeval de zorg over haar zaken te besturen. Zij zegt: „elke dag heeft genoeg aan zijn eigen kwaad." Maar laat het gevaar, dat zij eerst in den uitersten oogenblik bespeurt, haar dringen en haar op de hielen zitten, en zij ontwaakt, zij vertoont zich, zij voorziet in alles en zij kan in één oogen blik al de vorderingen, al de overwinningen van den vijand te niet doen. Deze strategie, die eenigszins schijnt te bestaan in geen strategie te hebben, is soms meer te duch ten dan die van enkele kamergeleerden, want zij bedriegt alle voorspellingen en brengt den aanvaller in de war, die de hinderpalen niet vindt, waar hij ze verwacht, en ze ontmoet, waar hij ze niet verwacht. De Russen ontwaren, maar een weinig laat, dat zij hun man gevonden hebben; zij worden wantrouwend en voorzichtig. De 160,000 man, die zij, naar men zegt,

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Militair Tijdschrift | 1877 | | pagina 287