284 zij zich te Iglitza nog te veel blootgesteld achtten, heb ben zij hun lijf nog verder geborgen. Die vloot van kanonneer booten en monitors kon en moest de eerste verdedigingslijn der Turken uitmaken een gelukkig kanonschot, een stoute torpedo-sloep heb ben haar doen verdwijnen als rook voor den wind. Zoo de zeeofficieren bang zijn voor de torpedo's zijn de boeren bang voor de Russen. Zoodra zij te Mat- sjin de aankomst van de Kozakken vernomen hebben, is er een algemeen sauve que peut geweestieder is zoo gauw mooglijk gevlucht, alles meenemende wat hij redden kon, maar ten spijt van al de reportersdie dol van woede zijn tegen de Turken, heeft men niets ge plunderd, niets verbrand, niets gedood. Alleen de basji-boessoeFs hebben op de vlucht alle runderen voor zich uitgejaagd, die zij op hunnen weg hebben gevonden. Dat is de geheele waarheid. Natuurlijk hebben, toen de Turken vertrokken waren, de Bulgaren en Roemenen zich meester gemaakt van al het achtergelatene en zijn zij voor hun rekening de velden der vluchtelingen gaan afmaaien, vermoedelijk hen uit lachende, die gezaaid hadden en niet oogstten; het is bovendien de gewoonte, ten koste van de Turken te lachen. Toen er van Matsjin te Braïla kwamen, was er geen poets te bedenken, dien men hun niet speeldewat men anderen niet durfde doen, deed men hun en nooit had men zich over hen te beklagen. Nu heeten zij tijgers, tuk op bloed, en daar men hun geen feiten aan te wrijven heeft, dicht men hun bedoelingen toe. Men schrijft een circulaire aan de vertegenwoordigers Voeg er dau ook bij dat men Hobart Bassa uit wantrouwen ter zijde stelde, zoodat hij naar een badplaats ging.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Militair Tijdschrift | 1877 | | pagina 290