289
velhebber zijn kan. Maar de beweging, waarvan het liier
de uitvoering zou gelden, is eenvoudig; zij zou geen uitste
kende bekwaamheid vorderen. Het Turksche leger is saam
getrokken op de flank van een vijand, die zijn macht ver
deeld heeft over eene linie van vijf en twintig uren gaans
deze linie aan te vallen en te verbreken is geen zeer inge
wikkelde operatie en wij kunnen niet aannemen, dat zij de
verstandelijke vermogens van de Turksche generaals te bo
ven gaat. Het komt er hier minder op aan te manoeu
vreeren dan te vechten, te werken door het gewicht van
aanzienlijke strijdkrachten, snel aangebracht op eenig punt
van een linie, te lang en te dun om niet bloot te staan
aan doorbreking.
Waarom doet men zoo iets niet? De Turksche soldaten,
dapper, volhardend, onderworpen aan de krijgstucht, goed
gewapend, leveren een uitmuntend instrument voor een
gevecht. Men moet slechts weten het te gebruiken.
Wantrouwen de Turksche generaals zich zeiven? Zijn
zij bang zich te laten slaan of willen zij, opgesloten onder
bescherming van den vierhoek, afwachten, dat de mogend
heden, een besluit nemende, den vredesstaf geworpen
hebben tusschen deze twee oorlogvoerenden, die niet
vechten
Alle gissingen zijn geoorloofd, maar men moet toestem
men, dat nooit dergelijk schouwspel aan de wereld is ge
geven geworden in een oorlog van den nieuwen tijd, en
dat nooit een meer waaghalzige onderneming met meer
koelbloedigheid werd doorgezet tegenover een geduldiger
vijand.
De Indische legér organisatie hij het begin van den oorlog
op Java. Nuttig ter vergelijking met hedendaagsche toe
standen is de kennis der legerorganisatie van 1825, waar-
19