301
I. De Kade tten scholen.
Als kadet treedt men in dienst op 11 15 jarigen
leeftijd aan eene van 6 voorbereidende Icadettenscholen
of Cadetten- Voranstalten (zie een der vroegere jaargan
gen van het „Militair Tijdschrift")blijft daar vijf of
zes jaar en gaat dan voor twee jaren naar de centrale
kadettenschool te Berlijn, legt het Porte-ppée-vaandrigs
examen af, dient vervolgens minstens zes maanden, meest
al een jaar, als soldaat en onderofficier bij een korps
en moet daarna gedurende tien maanden het onderwijs
volgen aan eene van de 8 Kriegs-Schulen of mi
litaire scholen. En eerst dan volgt het officiers
examen en de benoeming tot officier bij het leger
{Ai-mée- Offi c ier
Zij, die voor de artillerie zijn bestemd, gaan nu tpt
aanleering van den praktischen dienst voor twee jaren naar
een korps en dan voor een jaar naar de artillerie-
ei) genieschool te Berlijn. De vijftig bekwaamsten mogen
twee jaren daar blijven. De kursus duurt twee jaren.
De aanstaande genieofficieren gaanna het verlaten
der militaire school, voor één jaar Dij een korps en dan
voor twee jaren naar de artillerie- en genieschool te Berlijn.
Het onderwijs op de kadettenscholen is zuiver niet
militair en komt in hoofdzaak met het leerplan van de
gymnasia overeendoch strekt zich iets minder ver uit
te weten: de gymnasia hebben 9 klassen en de hoogste
klasse der centrale kadettenschool ligt, om zoo te zeggen,
tusscheu de 8e en 9e klasse der gymnasia.
Jaarlijks worden 50 kadetsde bekwaamsten onder
degenen, die aan het porte-épée-vaandrigsexamen hebben
voldaanaangewezen om bij de centrale kadettenschool
te blijven. Dezen ontvangen dan daar het militair on
derricht, waarvoor de anderen naar de Kriegs-Schulen