308
werd, had ongeschonden de oude indische instellingen
bewaard en het maatschappelijk gebouw berustte uit
sluitend op de dorps-gemeente. De stam der bewoners
van eenzelfde dorp is de eenige ware en wettige eige
naar van den grond, en zijne leden alleen hebben het
recht, hun deel van het gemeenschappelijk eigendom te ver
vreemden door verkoop, schenking of hypotheek, klei
dorp zelf stelt een volledige staatshuishouding daar; het is een
soort van kleine republiek met zijn ambtenaren, als: hoofd
van den stam, comptabele, priester, smid, waschman,
bewaarder der velden, waarvan de inkomsten bij grond-
cijns door de inwoners betaald worden.
De grondbelasting, een der oudste landsinstellingen,
wordt door het dorpshoofd aan het gouvernement be
taald in verhouding tot- de velden en het, aantal in-
Het lijk was op do wij zedoor den koran voorgeschrevenin de groeve
o-eleo-d, het hoofd in de richting van Mekka. Een kleed werd voorden
officier gespreid; hij ontdeed zich eerst van zijn pijlkoker en daarna
van zijne pistolen en zijn sabeldie hij op den rand van het graf ne-
derlegde. Hierna wiesen hij zich het aangezicht, de voeten en de han
den ten einde de gebeden niet in een Staat van onreinheid voor te
lezen en hief, op de knieën liggende, met luider stem de lijkbede aan.
Twee makkers van den overledene, bij het lijk geknield, baden al wee-
nende. De vier anderen waren de twee bedienden te gemoet gegaan,
opdat hunne komst de gebeden van den barmhartigen Samaritaan niet
zouden storen. Op een gegeven teeken worden de neusdoeken plotse
ling ter zijde geworpen, en binnen weinige minuten waren de lijken van
den Mongool en zijn bedienden in de geopende groeven gestapeld, op
de wijze der Thugs, namelijk liet hoofd van het bovenliggende lijk aan
de voeten gebonden van het daaronder liggende. De reizigers, welke
de Mongool had ontmoet, behoorden allen tot eene bende Thugs van het
koninkrijk Oude, die, wanhopende om zijn vertrouwen door honigzoete
woorden te winnen, deze list hadden bedacht om hem te dooden en
zich van zijn goud en edelgesteenten meester te maken. De Mongool,
een zwaarlijvig man, stierf onmiddellijk; zijne bedienden boden niet den
minsten tegenstand.
{Kolonel Sleeman's Indian Reminiscences.)