- 310 -
der edelen en der taloekdars ontzettende afmetingen aan
genomen. Et' was van lieverlede een soort van feodaal
bestuur ontstaan, dat de provinciën regeerde en den
koning van Lucknow slechts een schaduw van macht
liet. Vóór de annexatie telde men in Oude 250 forten,
gemiddeld met 2 stukken en 400 man gewapend. Deze
geduchte macht van 500 vuurmonden en 100.000 man
diende slechts om de koninklijke macht te fnuikenom
binnenlandsche twisten te beslechtenen eindelijk ook
om de vreedzame inwoners te bestelen. Het leger des
konings60.000 man sterk, maar slecht betaaldslecht geor
ganiseerd en slecht aangevoerdbracht er weinig toe bij
om de orde te handhavenen boezemde de bevolking
niet minder vrees in dan de benden partijgangers
en dievendie het in last had onschadelijk te ma
ken.
Dc hooge edellieden waren feitelijk onafhankelijk achter
hun versterkingenwaar zij zich zonder teugel aan hun
bloedige en geldzuchtige hartstochten overgaven. De
reeselijkste misdaden en de schandelijkste misbruiken
werden door de hulp van de eene of andere courtisane
van het hof gemakkelijk aan de vergetelheid prijs gegeven
of zelfs gewettigd.
Dezelfde invloeden deden zich bij het inzamelen der
belastingen gelden, en in zeer weinige gevallen vloeide er
meer dan een derde der opbrengst in de schatkist.
De Engelsche bewindslieden, door den resident van
Lucknow met dezen toestand bekend gemaakt, hadden
reeds meermalen ernstige vertoogen tot het hof van Oude
gericht. Maar daar de verdragen geene direkte inmen
ging toelietenzoo verkreeg de Engelsche diplomatie
nooit meer dan eene schijnbare aanneming van liare raad
gevingen en klachten.
Gedurende 40 jaar had de regeering van Oude steeds