311
de raadgevingen van haren machtigen nabuur in den
wind geslagen; was thans de tijd niet gekomen, om een
eind te maken aan dat laatste overblijfsel van het oude
Indiëen de bezittingen van de Oost-Indische Compagnie
met de schoone provinciën van Oude te verrijken?
De maatregel tot annexatiedie niet dan na hevige
debatten genomen wasis later scherp aan Lord Dal-
housie verweten, als een der beslissende oorzaken van
den Bengaalschen opstand.
De billijkheid jegens dezen verdienstelijken staatsman
eischt echter de verklaring dat, toen het besluit tot
annexatie genomen werd, ernstige politieke redenen
daarvoor pleitten.
De samenzwering, die in het Bengaalsche leger broeide,
was toen nog een gesloten boek, waarvan geen Europeaan
het geheim doorgrond had. Het koninkrijk Oude was
langzamerhand de verzamelplaats geworden van geluk
zoekers en oplichters, die zich daar rendez-vous gegeven
hadden, en kon elk oogenblik het tooneel worden van
een burgeroorlog, waardoor het Engelsche gouvernement
tot eene dure, zoo niet gevaarlijke interventie konde
genoodzaakt zijn. Het voorbeeld der regeeringloosheid van
Oude was niet zonder gevaar voor de aangrenzende staten;
om die reden hadden dan ook de drie laatste agenteff
bij het hof van Oudede kolonel Slcemande generaal
Low en Sir James Outram allen uitstekende personen
in den Indischen dienst den maatregel tot annexatie
ondersteund.
Sir James Outram, de man, die niet geaarzeld had)
zijn loopbaan op te offeren en zijn aandeel te weigeren van
den buit der ten onrechte van hun goederen beroofde
Emirs van Seinde schreef omtrent den annexatie-maatregel
het volgende
„Ik ben steeds de verdediger der Inlandsche staten