313 gedurende acht jaren zonder stoornis, bijna zonder morren, de Europeesche heerschappij verdroeg, deed de voorzich tige aanwijzingen van het verleden uit het oog verliezen. Den 6en Februari 1857 deelde de gouverneur in een proklamatie mede, dat het koninkrijk Oude voortaan deel uitmaakte van de bezittingen der Compagnie. Eenige dagen daarna begaf' Sir James Outram zich naar het paleis van Lucknow en gaf hij te kennen, dat de Ilaad van Directeuren besloten had, zelf de teugels van het bestuur over Oude in handen te nemen. Indien de vorst aan dezen maatregel zijn zegel hechtte, dan zouden hij en zijne afstammelingen den titel van koning met een ruim jaargeld behouden. Ingeval van onwil of tegenstand had hij niets meer van de Compagnie te verwachten. Wajid Ali ontving deze verpletterende tijding met een waardigheid, die de oosterlingen, zelfs de diepst gezou- kenen, dikwerf bjj zware beproevingen des levens ten toon spreiden. Zich van zijn tulband ontdoende gaf hij die ten teeken van rouw in handen van den diplomaat over. en antwoordde dat de Engelschen, die hem en zijne familie op den troon hadden geplaatstook de macht hadden hem die waardigheid af te nemen. Het gouvernement der Compag nie was almachtig en hij nam zonder morren zijne besluiten ten opzichte van hem en de zijnen aan, vroeg niets en verlangde niets meer. Hij zou zijn rang, eer en kroon verliezen, maar ten minste niet zijne schande ondertee kenen en nimmer een aalmoes van het Engelsche gouver nement aannemen. De onderwerping, de tranen en de gebaren van wanhoop, welke beurtelings deze woorden vergezelden, waar voor de eerste maal in zijn leven Wajid Ali zich zijner geboorte waardig toonde, troffen het hart van den edelmoedigen Outram. Zijne bevelen waren evenwel beslissend en hij kon den monarch zelfs niet toestaan,

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Militair Tijdschrift | 1877 | | pagina 319