319 het regiment verliet na lange aarzeling met wapens en ba gage zijne stellingen. Door overmacht achtervolgd, wer den de opstandelingen achterhaald, ontwapend en in de stad teruggebracht. Het onderzoek, dat naar aanleiding van deze zaak plaais greep, bracht aan het licht, dat er tussehen de plaatse lijke troepen en het 48" regiment van het Bengaalsche leger eene voorloopige afspraak bestond. De opstand was onvermijdelijkdoch ondanks de vree- selijke tijdingen, welke op dat oogenblik van Dehli en Meerut werden vernomen, brak deze nog niet dadelijk uit en volgden nog eenige dagen van schijnbare rust waarvan de vertegenwoordiger der regeering uitstekend partij wist te trekken. De krijgswet werd afgekondigd en in het kamp en de residentie de dienst als in oorlogs tijd geregeld. Door onder verschillende voorwendsels kleine detachementen naar het binnenland te dirigeeren, ei mindei de men het effektief der inlandsche troepen. Kr werden vrijwilligerskorpsen gevormd uit ambtenaren, kooplieden en plantersonder bevel van de officieren zondei tioepen. "V oor de approviandeering en de verster king der plaats werd mede zoo krachtig mogelijk gezorgd. Sir Henry Lawrence spreidde bij deze gelegenheid een groote geestkracht ten toon. Zich slechts een paar uren rust gunnende, was hij overal te vinden, terwijl hij meer malen des nachts zijn legerstede verliet om vermomd in de inlandsche wijkeu rond te sluipen, ten einde de stem ming der bevolking te vernemen. Het nut van deze laatste maatregelen bleek al zeer spoedig. Des morgens van den 3«" Mei staken het 71e en 48e regiment infanterie en een gedeelte van het 7e regiment geregelde kavallerie (leger van Bengalen) te Muriaou en te Moedkipore de vaan des opstands op. De bri- gade-kommnudant en zijn adjudant, die onmid- 'J O O

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Militair Tijdschrift | 1877 | | pagina 325