329
regimenten kavallerie, waarbij zich nog voegde een groot
gedeelte der benden, die in dienst der voorname hoofden
warenen de partijgangers van het oude hof, gesnedenen
enz; zoodat in den loop der maand Juli de stad door
ongeveer 100,000 man werd bedreigd. Gelukkig voor
de Engelschen, heerschte ook hier evenals te Dehli
twist en tweedracht onder hunne tegenstanders. Het leger
beging allerlei buitensporigheden, brandschatte de vrede
lievende bevolking en miskende het gezag zijner hoofden.
Hierdoor bestond geen eenheid in die geduchte macht,
welke Lucknow in eens had kunnen verpletteren.
Op 21 Juli gingen de belegeraars tot een algemeenen
stormaanval over, die evenwel afgeslagen werd. Hierdoor
niet ontmoedigd, werd den volgenden dag een tweede
aanval ondernomen, die ditmaal tegen de zwakste punten
der verdediging gericht was, voornamelijk tegen Gubbins
House, dat door buitenliggende gebouwen gedomineerd
werd. De majoor Banks sneuvelde tengevolge van een
kogel in het hoofd, terwijl hij op het dak van Gubbins
House de bewegingen van den vijand gadesloeg. Banks
had het vertrouwen van zijn roemrijken voorganger niet
beschaamd, en zijn dood werd diep door de belegerden
betreurd. Na zijn dood was er geen plaats meer voor het
civiele gezag, daar allen aan de krijgswet onderworpen
waren. Zijne betrekking werd niet vervuld en de kolonel
Inglis oefende onbeperkt liet hoogste gezag uit.
De uitslag der beide voorgaande dagen was niet on
bevredigend de Sepoys hadden met moed een uiterste
poging gewaagd, en niet alleen waren zij teruggeslagen,
maar de verliezen van het garnizoen waren zeer gering ge
weest en verschilden weinig met die der vorige dagen
(4 dooden en 12 gewonden). Men was voortaan zeker,
alle aanvallen des vijands te kunnen afslaan totdat er hulp