331 feu eenemale ontbrak. Hierin werd voorzien door de chip- patiseen soort pannekoek op een rooster gebakken, een moeielijk te verteren voedsel. Tot overmaat van ramp heerschten koorts, cholera en dysenterie in hevige mate, en konden de hospitalen de lijders niet bevatten. Doch niettegenstaande al die ellende gaven die dappe ren den moed niet op; „geen kapitulatie!" was het wacht woord, en liever zouden zij zich onder de puinhoopen der stad laten begraven dan dat woord te breken. De Sepoy Angad, die den 22™ Juli zulke goede tij dingen gebracht had, verscheen weder den 15™ Augustus met een bericht van den adjudant-generaal, dat de Engel- sche troepen den volgenden dag op inarsch zouden gaan en over vijf of zes dagen te Lucknow zouden zijn. Een laatste zinsnede beval den verdedigers aan, des noods met den degen in de vuist te trachten, eene vereeniging met het te hulp komende leger te bewerken. Deze brief, gedagteekend van Mangalwar, den 4e" Augustus, was reeds meer dan een week oud en Angad verklaarde deze vertraging door te zeggen, dat hij door de Sepovs aan de voorpos ten was aangehouden; toen hij weder vrijgelaten was, had hij de troepen weder opgezocht, doch zij waren reeds van Mangalwar vertrokken. De tijdingen waren zonder twijfel zeer bemoedigend, doch de gestelde voorwaarde, om zich met de wapens in de hand met het aanrukkende leger te vereenigen, was onuitvoerbaar. Het antwoord van kolonel Inglis, dat Angad den volgenden dag medenamschetste op eenvou dige wijze den waren toestander was echter onwille keurig een fout ingeslopen: de mondvoorraad was niet zoo uitgeput als de kolonel opgaf. Dit laat zich hierdoor verklaren, dat de voorziening van levensvoorraad onder het bestuur van Sir Henry Lawrence door de civiele autoriteiten had plaats gehad, waardoor de intendance

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Militair Tijdschrift | 1877 | | pagina 337