- 337
vele teekenen dat de Britten zegevierden. Men had uit
de residentie op die vluchtelingen geschoten, doch de
batterijen der belegeraars hadden dadelijk de plaats met
een regen van kogels overstelpt, als wilden zij deze, nu
hunne prooi hun ging ontsnappen, nog een laatst vreeseljjk
vaarwel geven. Ten twee ure zag men de rook uit de
paleizen opstijgen, en eenige oogenblikken daarna deed
zich een hevig geweervuur hooren. De officieren, die de
wacht aan de seinpost hadden, ontdekten ruiters en Eu-
ropeesche troepen, die in de richting van den Moti-
Manzil marcheerden. Het geweervuur naderde al meer
en meer. feu 6 uur kon men met het ongewapende
oog het 78e regiment Schotten en de Sikhs onderkennen,
die, door officieren te paard geleid, uit de groote straat
deboucheerden en zich met den looppas een weg baanden
door het vuur der huizen en barrikaden. De arme be
legerden vroegen zich nog met verbijsterde blikken af,
of zij de speelbal van een droombeeld waren, toen reeds
de generaals Havelock en Outram door een geschutpoort
hun intocht deden.
Een ooggetuige beschrijft den aanblik der residentie
op dat oogenblik in de volgende bewoordingen.
„Er was geen twijfel meer mogelijk; de overwinning
bekroonde de pogingen van het ontzettingsleger. De be-
legei den vergaten hunne doorgestane angsten en uitten
hunne vreugde in hartstochtelijke kreten; van iedere bat
terij, uit ieder gat, van achter aarden zakken en stukken
muur, die nog tot beveiliging van de overblijfselen dier dap
pere schaar strekten, klonken hoerahs op hoerahs. De
zieken en gekwetsten verlieten hunne sponde en begaven
zich naar de wallen, om deel te nemen aan den juichen
den welkomstgroet. Hij, die dit treffend tooneel bijwoonde,
zal het zijn leven niet vergeten."
De aandoening der overwinnaars was niet minder groot.