339
burgerlijk ambtenaar was met de begeleiding belast ge
worden van het konvooi gewonden van dien dag. Ofschoon
hij lang te Lueknow gewoond had, raakte hij den weg
in dien doolhof van straten kwijt, en het konvooi met het
eskorte, een detachement van het 90e, kwamen daardoor
op een plaats, later Dhoolies Square (plein der draagbaren)
genoemd, waar zij aan een moorddadig vuur waren bloot
gesteld. Eenige dragers volbrachten onder een hagelbui
van kogels de hun opgedragen taak; het grooiste aantal
draagbaren viel echter in handen der Sepoys. Het schouw
spel, dat nu volgde, was de moordtafereelen van Meerut
en Cawnpore waardig. De gekwetsten en de soldaten van
het eskorte werden letterlijk in stukken gehakt en aan
de vlammen prijs gegeven. Negen ongekwetste en vijf
gekwetste soldaten hadden zich in een klein gebouwtje
van den Char Bagh verschanst en hielden zich daar den
geheelen dag van den 26"" staande, waarna zij zich des
nachts bij de kolonne van Napier konden voegen.
De gelukkige en heldhaftige wederstand van deze kleine
schaar besloot op waardige wijze de reeks der schoone
daden van het Engelsche leger. Het garnizoen was wel
is waar nog niet ontzet, maar het was toch zoodanig ver
sterkt, dat zijn lot geen ongerustheid meer behoefde te
baren. Het doel was bereikt, en de telegraaf kon naai1 Cal-
culta de gelukkige tijding overbrengen.
Vreeselijk waren de troepen geteisterd geworden. Se
dert den overtocht van den Ganges had men op een macht
van ongeveer 3000 manschappen, 10 officieren gedood en
30 gekwetst; 196 man gedood, 339 gekwetst; totaal 40
officieren en 535 soldaten. Het garnizoen had gedurende
het beleg van 85 dagen nog meer geleden. Op 25 Septem
ber was de primitieve sterkte tot op de helft gedaald;
van 1692 man waren er niet meer dan 979 over, 41 offi
cieren en 2 ambtenaren bevonden zich onder de dooden.