372 gevaar, dat de toestand ten eeuwigen dage gebrekkig blijft. Die half-officieele schrijver heeft twee zaken ver ward. Hij scheen een duister begrip te hebben gehad van de stelling door ons ontwikkeld, dat de Re geering het plan van s' Lands verdediging in groote trek ken moest vaststellen, en daaruit heeft hij dadelijk, naai de gewone autokratische opvatting, de gevolgtrekking ge maakt, dat alleen de Regeering over die verdediging mag denken en spreken. Verkeerd ingezien. De verdediging- des lands is een algemeen belang, en het algemeen is, waar het de algemeene zaak geldt, tot oordeelen en, zoo daartoe aanleiding is, tot spreken verplicht. Maar het algemeen kan slechts oordeelen naar de mate zijner kennis, zich steunende op de gegevens, die tot beschikking van een ieder staan. Het oordeel van het algemeen heeft dus slechts eene betrekkelijke waarde en kan, waar het eene zaak van zooveel omvang geldt, en die inderdaad aan alle wetenschappen en alle belangen raaktniet anders dan onvolledig zijn. Moet men daarom dat oordeel als geheel nutteloos verwerpen, en zou er niet altijd iets te leeren zijn van die groote stem, die uit het volk kom! P Om de meening van anderen te verstaan, is het noodig de maatstaf te kennen, waarvan zij zich hebben bediend, het standpunt, waarvan zij zijn uitgegaan. Wie, sprekende over de publieke zaak, niet verkeerd begrepen wil worden, moet dan ook het standpunt om schrijven, waarop hij zich heeft gesteld, en daardoor den sleutel geven tot zijne beschouwingen. En wie zijne denk beelden wil doen kennen over de inrichting van ons krijgs wezen behoort vooraf aan te geven, welke eischen hij aan dat krijgswezen stelt, welk doel hij meent, dat daarmede bereikt moet worden.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Militair Tijdschrift | 1877 | | pagina 378