387 -
opperlandvoogdmaar waar deze vaak zelf het initiatief
nam om den toestand naar zijne inzichten te verbeteren,
beklaagde zich de legerbevelhebber, dat hij uit een hiërar
chiek oogpuntin de oogen van het leger, aan zijn gezag
was te kort gedaan, en zoodoende de goede uitslag zijner
bevelen en operatiën benadeeld werd. En dit kan ook
uit de bijlage H blijken, opgenomen in het door H. M.
Lange uit het Fransch vertaalde werk over den oorlog
op Java van De Stuers - in zuiver militaire zaken wilde
De Koek niet wijken voor Du Bus. Doch de taktiek
staat met op zich zelvein den oorlog is zij met de politiek
verbonden. Aan de goede bedoelingen van den generaal
De Koek twijfelde Du Bus geen oogenblik hij gaf hem
hiervan door een eigenhandig schrijven de overtuiging
doch daar de politiek van den legerbevelhebber niet die was
van den opperlandvoogd en het beleid van den aanvoerder
der troepen gedurende den Javaschen oorlog diep ingreep
111 die politiek, kon het niet anders of de verhouding tus-
schen beide staatsdienaren moest ook daardoor op den
duur moeilijker worden. De taktiek van De Koek was,
het overwonnen terrein door eene menigte beutings in
bedwang te houden en den vijand langzamerhand tusschen
de Progo en de Bogowonto terug te drijven. Van de
onderworpen personen wilde hij zich, even als van het
onderworpen land, verzekeren door belooningen in titels
en in gelden de vreedzamen in rust houden door hun
een goed bestaan te waarborgen. Du Bus wilde ook de
terugdrijving van den vijand, maar snellermet meer
l acht en zonder verspreiding in de overwonnen landstreek.
En wat het overige betrof, daar was geen geld om aan
alle eisehen te voldoen. Daarbij was de militaire admi
nistratie op een veel te ruimen voet ingericht, zoodat Du
Bus haar van het legerkommando afscheidde en in Sep
tember 1826 den heer Timmermans tot inspekteur en chef