390 dere brieven, niet aan mij, maar aan anderen gerigfc, leeren dat het publiek zelf én de tegenwerking én, op zijn minst genomen, de laauwe medewerking van velen, wier pligt het tegenovergestelde medebrengt, duidelijk gadeslaat. Door uwe verwijdering van den Kommissaris- Generaal is deze dus alleen. Gelukkig dat hij doorgaat, en zoo sommigen misnoegen toonen, zij hebben dit aan hen zeiven te - wijten. Gijdit vertrouwen smaak ik zult den heer Du Bus in alles bijstaan, en niet zoó als de zoo even bedoelde personen handelen. Denk toch niet, bid ik u, dat eenige omstandigheden den Koning zullen doen afgaan van zijne wijze van beschouwing." Aanvan kelijk was De Koek bestemd om Du Bus in het bestuur op te volgenwant de Koning wenschte - zoo lezen we in het meer aangehaalde werk van Yan der Wyck dat de generaal De Koek, wanneer zijne tegenwoordigheid in de Vorstenlanden niet onvermijdelijk werd geacht, naar Nederland zou gaan om zich met den Koning persoonlijk te onderhouden, voor dat hij den Kommissaris-Generaal in het volle bewind opvolgde, en dat hij vervolgens, naar Java teruggekeerd, zich door gemeenschappelijken arbeid met Du Busdiens inzichten volkomen eigen zou kunnen maken, zoodat bij diens aftreding, „de persoon, doch niet de beginselen, zouden veranderen." Maar de geschie denis leert, dat deze plannen niet ten uitvoer zijn gelegd. Dc inzichten van De Koek zijn steeds anders gebleven dan die van Du Bus. Dit merkt men duidelijk iii de eerste periode van den Javaschen oorlog; dit is ook dui delijk in het geschil tusschen beiden over het gebruik der expedition aire af deeling Bladz. 37. Het geschil tusschen Du Bus en De Koek. Wie den Javaschen oorlog bestudeert, kan uit het ge schil tusschen den toenmaligen opperlandvoogd en den

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Militair Tijdschrift | 1877 | | pagina 396