392 gelegenheden hebben, dan is het summa summarum van krijgskundige wetenschap der „opperbevelhebbers van Z. M. land- en zeemacht beoosten de kaap de Goede Hoop" zeer luttel. Een wijs gouverneur-generaal zal daarom verstan dig handelen, om in zuiver militaire aangelegenheden meer naar de adviezen van den Indisclieu legerkomman- dant dan naar die van een kollegie met gesplitste ver antwoordelijkheid als de Raad van Indië of van kom miezen en andere ambtenaren zijner secretarie te luis teren. Toch wordt dit niet nagelaten. Er zijn gouver neurs-generaal geweest, wien het een doorn in t oog was, dat een legerkommandant tot de hoogste staatsdie naren en raadgevers der Kroon behoort; die hem liefst zouden willen gelijkstellen met de hoofden van de depar tementen van algemeen bestuuromdat hijin compta belen en bloot administratieven zin -doch- ook overigens niet directeur van Oorlog is. Doch daarbij wordt niet gedacht wat de werkkring en de persoonlijke (niet gesplit ste) verantwoordelijkheid van den legerbevelhebber is bij eene mobilisatie van een deel of van het geheele leger; welke rol hij ook in politieleen zin kan spelenwan neer Nederland in oorlog is met eene Europeesche mogend heid met welk een als het ware dictatoriaal gezag hij bekleed kan zijn, wanneer deze bezittingen in staat van beleg worden verklaard; hoe hij dan eigenlijk de eerste persoon, de spil is, waarom alles draait; de man, die gehoorzaamd wordt door eene massa van 40.000 perso nen, bijeengehouden door de gestrengheid der tucht en gereed om op het eerste kommando, dat uit zijn mond wordt gehoordde koloniën tegen eiken indringer te verdedigen. Alle hoofden der departementen van algemeen bestuur, alle residenten en hoofden van gewestelijk bestuur zijn dan aan hem ondergeschikt en gehoorzaamheid verschuldigd. Het is toch niet denkbaar, dat de gouverneur-Generaal.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Militair Tijdschrift | 1877 | | pagina 398