393 wanneer hij zelf geene krijgskundige bekwaamheden bezit in dergelijke omstandigheden als veldheer zou willen optreden? Aan den veldheer alsdan in die omstandigheden alle macht en bevoegdheid. Hij beschikt over de spoorwegen; op zijn last worden wegen, bruggen en kampongs ver nield; hij laat posten verlaten en andere oprichten. Hij gehoorzaamt aan één last van den OpperlandvoogdJava te behouden. En voor de tenuitvoerlegging van dezen last moet alles buigen, moet alles zwichten, zelfs wanneer de daartoe gebezigd wordende middelen niet in overeen stemming zijn met bestaande wetten en verordeningen. Geene tegenwerking of lauwe medewerking blij ve dan ongestraft; de veldheer is dictator, d. i. de kommandant van het Indische leger. Men denke niet, dat met het stellen van bovenstaande regelen beoogd wordt, het denkbeeld te doen ingang vindendat het zoogenaamd militair element moet boven drijven. In geenen deele. Ieder worde in zijn werkkring gewaardeerd, en in vollen vredestijd zal in elke welgeor dende staat het civiel element het land moeten regeer en. Het leger treedt slechts op als de uitvoerder der bevelen van regeeringswege. Zelfs in Duitschland het land der militaire begrippen bij uitnemendheid, de staat met zijne vele op militairen leest geschoeide organisatiën gebeurt het niet anders. In Frankrijk moge men het wenschelijk vindenin de meeste koloniën het bestuur in handen te geven van officieren van de land- of zeemacht, Neder land behoeft dat voorbeeld niet te volgen en generaals of vlagofficieren der marine tot gouverneurs van koloniën te kiezen. En Nederlandsch-Indië behoeft niet meer op de bezittingen buiten Java hoofdofficieren van het leger met het gezag van hoofd van gewestelijk bestuur te be lasten wanneer dat bestuur reeds georganiseerd iswant

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Militair Tijdschrift | 1877 | | pagina 399