400
aantal Indische hoofdofficieren zitting hadkleefde zij het
dwaalbegrip aan, dat in Indie minder pionniers dan wel
cjoede werklieden noodig zijn. Drie jareii van te voren
was het wapen der genie bij het Indische leger reeds
gereorganiseerd en bestond het uit
a. den staf van het wapen, het korps ingenieurs enz.;
b. het korps mineurs en sapeurs, twee kompagniën
sterk; en
e. het korps geniewerklieden.
Maar tijdens de tweede Atjehsche expeditie, en helaas
nog drie jaren later, bestond er begripsverwarring om
trent den werkkring van het korps mineurs en sapeurs.
liet voormalige korps van dien naam, dat uit 6 kompag
niën, eigenlijk gezegde werkliedenbestond, scheen men
nog maar niet te kunnen vergeten.
Bladz: 100. Sterf te-statistiek van de Europeanen bij
het Indische leger over de jaren 1819 1843. De on-
dervolgende opgave is ontleend aan het „Natuur- en Ge
neeskundig archief" van Dr. P. Bleeker.
1
O O
Jaren.
Legersterkte
aan European.
Sterfte.
Verhou
ding.
Aamnerhingeu.
1819.
6249.
771.
1
8,10.
le Palembangsclie expe
1820.
6180.
597.
1
10,35.
ditie.
1821.
7609.
1232.
1
6,17.
Cholera en 2e Palembahg-
1822.
6696.
690.
1
9,70.
sche expeditie.
1823.
7179.
741.
1
9,68.
1824.
7172.
743.
1
9,65.
1825.
7308.
879.
1
8,31.
1826.
7484.
1590.
1
4,70.
I Hieronder is
1827,
9217.
2397.
1
3,84.
1 begrepen de
1828.
11428.
3362.
1
3,39.
Java oor- sterkte der ex-
1829.
10993.
2444.
1
4,59.
1 log. i peditionaire
1470.
7,45.
af deeling.
1830.
10952.
1
1831.
12698.
1180.
1
10,67.
1832.
10185.
745.
1
13,67.
j Oorlogen op Sumatra.