35 Bronsart von Schellendorff zegt in zijn „Dienst des General-stabesII: „Die grössten Schiffe werden für die Infanterie benutzt, um einer zerreissung der takti- schen Verbande möglichst vorzubeugenund weil das Ausladen der Infanterie am schnellsten gehl. Pferde, deren Zahl für den Seetransport überhaupt möglichst zu beschranken istkommen auf die nachstgrossen Schiffe, wahrend kleinere Schiffe, deren Schwanlcungen für die Pferde zu stark sind, hauptsachlich zum Transport von Armeematerial verwendet werden." De snelheid van een stoomschip zal men hier in den archipel wel nooit hooger, maar gewoonlijk minder dan 10 mijlen per wacht mogen stellen. Het gemiddeld kolenver- bruik por etmaal stoomens is bij de booten der Ned. Indische stoomvaart-maatschappij 18 ton. Volgens de wet van 27 Mei 1869houdende eene nieuwe regeling van hetmetrieke stel sel, is de scheepston 1,5 M3 als inhoudsmaat voor bin nenvaartuigen en zeeschepen toegestaan; derhalve zijn 2 ton 1 last of 30 hektoliter. Een ton kolen weegt 1000 kilo. Volgens de „Javasche courant" zijn voor het jaar 1877 de steenkolenprijzeu in den Indischen archipel, bij verstrekking uit den voorraad der gouvernements-magazjj- nen aan andere departementen van algemeene bestuur dan dat van de marine en aan oorlogschepen van bevriende mogendheden, per ton van 1000 kilo bepaald als volgt: I. Engelsclie steenkolente Onrust en Soerabaja op f 24te Poeloe Bras en in de Atjelische wateren op f 30,25; te Makassar, Ambon en Padang op 33,50te Tandjong Pinang (Riouw)op Su- matra's-oostkust en in Lampongsche distrikten op 37,35te Tontoli, op Boeton, Billiton, Ter- nate, te Palembang, Gorontalo en Ivema op f 41en eindelijk in de overige depóts op f 46,60.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Militair Tijdschrift | 1877 | | pagina 41