416
rust merle to werken, doch te zwak om daarvan misbruik
te duchten."
Do kavallerie zou liet een vierde van de sterkte der
infanterie behooren te hebben. Beide zouden kunnen zijn
zamengesteld uit korporaalschappenbestaande in een kor
poraal of brigadier en 12 man; een sergeantschap zou twee
korporaalschappen, gekommandeerd door een sergeant of
wachtmeester, en twee tot vijf sergeantschappen een ba-
rissan, door een officier, met rang van tweeden luitenant,
gekommandeerd, kunnen uitmaken en een tamboer hebben.
De kavallerie lean met lansen, de helft der infanterie met
geweren, en de overigen met pieken gewapend worden.
De kosten derzelve zullen, uit den aard der zaak, door
het gouvernement moeten worden gedragen; dan zij zullen
gering zijn, indien zij, gelijk weleer (f) de djajjang-sekars,
met rentvrije rijstvelden betaald worden."
„Ik ben van gevoelen dat, in iedere residentie, twee
percent van de landrente tot voorschreven einde zou kun
nen worden afgezonderd, en een half percent voor het
verstrekken van de kleeding en het ekwipement. Daar
echter de rijstvelden en de levenswijze in ieder distrikt
niet even duur zijn, zou kunnen worden bepaald, dat
de kosten voor een barissan in geen geval meer zullen
bedragen dan 50,jaarlijks per hoofd, aan rentvrije
sawavelden, infanterie, kavallerie, onderofficieren en offi
cieren dooreengerekenden zelfs minder dan die som
indien plaatselijke omstandigheden zulks veroorloven; moe-
(t) Dat weleer moot op den tijd van Daendcls slaan, die de inlandsohe
troepen niet in geld, maar in land ruim bezoldigde. ZieVan Deventer
Bijdragen tot de kennis van het landelijk stelsel op Java", II.
Noot van Van den Bosch: „In de Preanger-regentsc.happen echter
zou dit in geld dienen te geschiedendaar de inlander aldaar zijne
velden reeds rentvrijmet uitzondering van eene geringe opbrengst aan
zijne hoofden bezit."