II. Inlandsche steenkolente Bandjermasin op 12,50
en in de overige dépots op f 29,50.
Partikulieren betalen aan het gouvernement dezelfde
prijzen, met 25 pCt. verhooging voor administratiekosten.
Men raadplege verder de bijlage van het reeds genoemde
rapport van den ingenieur Cluysenaer, handelende over
de steenkolenprijzen in Indië.
Elk schip, dat voor troepentransport wordt bestemd,
moet daarvoor verschillende veranderingen ondergaan.
Bijna in alle schepen moeten dekken j 2) aange
bracht worden met eene tusschenruimte van 21 meter.
Dan heeft men te zorgen voor de inrichting van kooien,
stallingen, ventilatiën, keukens, latrinen, ziekenboegen,
enz. Bij de inscheping van manschappen, paarden,
geschut, voertuigen, enz. regelt zich alles naar den be
lastbaren inhoud van het schip, en deze is weder af
hankelijk van de grootte en de konstruktie van het vaartuig.
Neemt men in het schip eene dekhoogte van 21 meter
aan, dan moet aan ruimte aanwezig zijn:
voor een persoon 1,2 1,4 M2.
en paard 4,8 5
Bij eene dekhoogte van 13 M rekent men voor een
stuk geschut van middelbare grootte, zonder affuit, 9
M2 aan ruimte noodig te hebben. Het aantal en de
uitgestrektheid der dekken bepalen dan hoeveel man
schappen, paarden en stukken geschut getransporteerd
kunnen worden. Eene approximatieve berekening hier
voor kan men ook uit den tonneninhoud van het schip
afleiden. Men neemt namelijk op lj- Ij- ton 1
persoon en rekent verder 1 paard voor 4 en 1 groot
voertuig voor 6 personen. In Duitschland neemt men
voor eene kompleete batterij artillerie eene ruimte aan
benoodigd voor een bataillon infanterie van 800 man
en op dezelfde wijze voor een eskadron kavallerie. De