426 „lOh Hiermede kan ik inij niet vereeftigen, omdat zoodanige bepaling het doel van de iurigting zou doen missen. De Javaan, in het algemeen, is te ingenomen tegen de soldatendienst, dan dat hij niet afgeschrikt zou de worden door eene bepaling, die hem die dienst in het ver schiet zou doen zien. Zij zal de vrijwillige engagemen ten belemmeren, en de noodzakelijkheid daarstellen, om tot dwangmiddelen over te gaan. Ten gevolge van dien, zullen de barissans slecht zijn te zamengestelden bo vendien in tijd van nood geene soldaten opleverenwant in zulk een geval zouden de barissansuit vrees voor de militaire dienst, verlaten worden; waardoor dubbele verlegenheid kan ontstaan. Haar mijn inzien, moeten de barissans enkel gebezigd worden voor inlandsche po- licieen in geval van onlustenomhetzij geheel op zichzelven of gekoinbineerd met troepen, te ageren. Op deze wijze hebben de barissans, inden vorigen oorlog, ("j") groote diensten bewezenvan welke men verstoken zal zijn, zoo daaraan eene andere iurigting wordt gegeven. Des noods zouop dit puntde kommandant van het leger te velde kunnen worden gehoord." „11°. Konform, met uitzondering van de wijze van betalingten aanzien van welke ik mij gedraag aan de aanmerking op art. 6." „12°. Konform." „13°. Konform." „14°. Konform. Ten aanzien van 3 valt echter aan te merken, dat de sultan van Sumanap reeds, bij (f) De Javasche oorlog. Hier wordt een minder juiste titel gegeven. De steller der nota bedoelt de kommandant van het ob^nrvatie-lcorpsdat na de beëindi ging van den oorlog op Java in de nabijheid der Vorstenlanden werd opgericht en gelokaliseerd. Het heeltnog eenige jaren bestaan en werd o. a. door den kolonel Cochius aangevoerd.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Militair Tijdschrift | 1877 | | pagina 432