40
paaiden met de ruiters, en een stuk veldgeschut niet
volle bespanning en de bedieningsmanschappen overvoe
ren. Eene groote sloep kan 30 man Infanterie, gemid
deld, naar den wal brengen. Yan een groot transport
schip, dat over 10 van dergelijke sloepen kan beschikken
en bovendien ongeveer 3 door stoombarkassen te slepen
prauwen of vlotten heeft, kunnen zoodoende tegelijk
450 man aan wal worden gebracht. Hoeveel tijcl daar
voor benoodigd ishangt af natuurlijk van den afstand
der ankerlijn van het strand en van de gesteldheid van
het weder en de zee. Zijn deze gunstig, zooals in den
vroegen morgen van den dagtoen op 9 December
1873 een gedeelte van de expeditionaire troepenmacht
der tweede Atjehsche expeditie onder den tweeden be
velhebber bij koewala Lamnga landde, en bedraagt die
afstand b. v. 1000 meter, dan heeft men berekend:
a. Voor de vlotten en prauwen: embarkeeren 15
minuten; slepen naar het landingspunt 15 minuten;
debarkeeren 10 minuten en terugvaart naar het
transportschip 10 minutenalzoo voor één troep
50 minuten oponthoud.
b. Voor de sloepen: embarkeeren 25 minuten; roeien
naar het landingspunt 20 minuten; debarkeeren 15
minutenen terugvaart naar het transportschip 15
minuten; alzoo voor één troep 75 minuten oponthoud.
Yolgens dezen maatstaf zou de landing van één batail-
l°n (in Duitschland 1052 man, 36 paarden, 7 voertui
gen) ongeveer zes uren duren. Wanneer echter eenmaal
reeds troepen de strandlijn in bezit hebben genomen en
de noodige hoofden aanwezig zijn zal die landing in
vijf uren tijds kunnen plaats hebben. Hierbij rekent
men dandat de manschappen, reeds vóór dat de sloe
pen op het zand komendaaruit springen en door het
water naar den vasten wal marcheerengelijk ook