41 plaats vond bij de landing onzer troepen op 9 December 1873. Zij, die daarbij tegenwoordig zijn geweest, kunnen nagaan, in hoever de hier gedane opgaven vertrouw baar zijn. De sloepen werden echter toen, voor een groot gedeelte, ook door de stoombarkassen gesleept. Onder dezelfde omstandigheden verkeerendezal de landing van kleinere troepeiiafdeelingen Infanterie niet zoo veel tijd vereischen. Het debarkeeren van een eskadron kavallerie duurt, wanneer b. v. over 6 vlotten tegelijk kan worden beschikt, die gedeeltelijk door stoombarkassen en gedeel telijk door roeibooten worden gesleept, ongeveer vijf uren. Het debarkement van eene batterij artillerie duurt onder dezelfde omstandigheden bijna even lang. Voor eene eenigszins groote troepenmacht moet men gemiddeld voor den tijd van duur eener landing nooit minder dan zes uren rekenen en dan moet daarbij het weder gunstig, de zee kalm en de troep zeker zijn, dat het landingspunt niet ernstig door den vijand zal worden betwist. Voor iemand, die voor de eerste maal eene overzeesche expe ditie bijwoont, is niets wat meer teleurstelt dan de schijn bare weinige spoed, waarmede eene landing wordt uitge voerd. Daarom oordeele men niet te vlug, wanneer zij soms te lang naar onzen zin duurt. Bij de landing van kavallerie en bereden artillerie kan men de paarden, zoo als reeds vroeger gezegd isook naar den vasten wal laten zwemmen. Hoe lang dit systeem van debarkement voor een eskadron of eene batterij zal durendurf ik naar bovenstaanden maatstaf oordeelende, niet opgeven, daar mij hiervoor de noodige gegevens ontbreken. Bij de Atjehsche expeditiën werd dat systeem trouwens niet toegepast. Mij komt het voor een gevaarlijk stelsel te zijn, dat men in geen geval moet toepassen, wanneer de strandlijn nog niet geheel in het zekere bezit der lan dingstroepen is en zoolang men over voldoende vlotten

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Militair Tijdschrift | 1877 | | pagina 47