56 weidsche titels tegenwoordig ook bij de mailbooten in zwang zijn alsmede van de bemanning der stoomsche pen, kunnen die middelen veel beter worden, indien bij aankomst en verblijf in de verschillende havensniet alleen aan boordmaar ook i ondom het schip eene goede policie gehouden wordt en men het verblijf der verschil lende sloepen van kooplieden en andere partikulierc per sonen in de onmiddellijke nabijheid van de mailboot door de noodige wachten belet. Hoogst wenschelijk zou het zijn, dat de Nederlandsche mailbooten, haar oorspronkelijk karakter van half en half passagiers- en vrachtschip behoudende, zich met het geregeld vervoer van groote troependetachementen zoo weinig mogelijk inlaten. Dat enkele malenwanneer de regeering daarvoor geen speciaal transporschip bezit, detachementen suppletietroepenhoogstens ter sterkte van 150 a 200 manmet die booten worden getranspor teerd, zal niemand kunnen afkeuren. Ook de Fransche en Engelsche mailstoomers vervoeren in dringende ge vallen wel eens troepen; maar wat bij ons regel is, is bij die natiën uitzondering. "Wij moeten dus voor dat ver voer permanente transportschepen bezitten doch voor het Indische leger zal dit wel eeue vrome wensch blijven. Ik vestig hierbij de aandacht op de over dit onderwerp goed geschreven opstellen in den „Java-Bode" van 1875- Indien er velen zijn, die het indienststellen van per manente transportschepen voor het Indische leger noodig achtener worden er niettemin ook gevondendie van eene tegenovergestelde meening zijn. Et pour cause. W at mij betreftik ben steeds ongevoelig gebleven voor de courtoisie der Ned. Indische stoomvaartmaatschappij bij officieele plechtigheden tegenover de dienaren der re- geeiing. Ik vind het reeds voldoende, wanneer de re-

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Militair Tijdschrift | 1877 | | pagina 62