72
de Mohammedaansche bevolking is in Europeesch Turkije
in de minderheid. Zij heeft met al haar goede hoeda-
zigheden en gebreken slechts de overhand in Azië. In
derdaad komen de meest vastberaden, de wreedste ver
dedigers van den Islam uit Azië. Welnu, Basji-Boezoeks
en TsjerkessenBedoeïnen en vrijwilligers, zeer geschikt
voor plundering en moord, zijn treurige soldaten op het
slagveld. (Ook in de vestingen? Zie beneden. R.)
Men ziet alzoo, dat Turkije, ondanks de groote inspan
ningen die het onlangs gedaan heeft, met zeer magere
kansen op de overwinning te velde trekt. Het plaatst
zich, volgens gewoonte, onder de opperste bescherming
van Allah, een god van goedertierenheid, gelijk alle go
den, en die, in de kwade dagen, gelijk zij allen, een
god der legerscharen wordt. Welke hulp kan hij ver-
leenen? Om zijn aanhangers te doen zegevieren zou hij
snel, met een tooverslag, Turkije moeten organiseeren
en Europa desorganiseeren. Tot heden heeft nog geen
enkele god zulk een macht vertoond.
Maai, ik herhaal, overwinning of nederlaag derPorte,
dat zijn ondergeschikte vraagstukken, omdat dit vraag
stukken van tijd, niet van beginselen zijn. Wat van
gewicht iswat het begin is van de naaste toekomst, wat
alles beheerscht, is de nieuwe stroom, die sinds eenige
jaren de kaart van Europa effent en de grenzen van het
Ottomanische Rijk heeft bereikt. Het Turkije van onze
dagen staat onbetwistbaar in alle opzichten boven he*
Turkije van vijftig jaren geleden, boven het door de her-
onningen van Mahmoed II diep geschokte Turkijeen
toch was het toen sterker. De gevaren, die het liep,
bedreigden zijn bestaan niet; het stond onder de bescher
ming van de door ieder aangenomen leer van het politiek
evenwicht. De traktaten, met pennemessen aan stukken
gesneden, zijn voor goed opgeborgen geworden in de