78
diplomatische archievenzelfs het verdrag van Parijs
(van 1856) is niets meer dan een veinzerij; de gebeur
tenissen hebben een nieuw beginsel vrij gemaakt, dat
nog niet is overgegaan tot den staat van geschreven
wet, maar dat men stilzwijgend aanneemt. Onder deze
nieuwe voorwaarden is Turkije overgeleverd aan zijn eigen
hulpbronnenhet kan geen bondgenooten meer hebben, be
halve Engeland, dat nog trouw is aan de oude overleveringen,
maar Engeland heeft geen leger van beteekenis en rekent
dus niet mede in een oorlog op het vasteland en
Oostenrijk, dat, slechts bedacht op zijn eigen behoud,
niet dan in den uitersten nood in de worsteling tusschen
beide zal treden.
Deze afgezonderde toestand te midden van binnenlandsche
moeilijkheden is het doodvonnis van Turkije, en zoo
de schuldige niet onmiddellijk wordt terecht gesteld, zal
het vonnisdat noch voor hooger beroep noch voor ge
nade vatbaar is, van kracht blijven; de valbijl blijft
opgeheven boven zijn hoofd tot den dag, waarop een
kwaadwillige hand de draden zal door knippen die ze
nog vasthouden.
Dat zaldunkt mijen buiten verwikkelingendie
moeilijk vooruit te zien zijn, de oplossing wezen van den
eersten term van het Oostersche vraagstuk.
Blijft nog over de meest saamgestelde en de moeilijkste
termhet Oostenrijksch-Hongaarsche vraagstuk. Laat ons
niet vóór den tijd oordeelen, en laat de gebeurtenissen
haren natuurlijken loop volgen.
Tot zoo ver Wyroebof. Als tegenhanger zal ik een en
ander mededeelen uit het jongste Januari-nummer van
(i) Maar des te meer in een oorlog op de Zwarte Zee en in de Oost
zee. Zie benoden.